Het verhaal van de familie Loonen

Er gaat op De Doelen geen dag voorbij of er wandelt een familielid van mevrouw Loonen (97) door de gang. Een achterkleinkind dat even komt groeten… Een dochter die de haren in de krul komt zetten… Een kleinzoon die net terug is van vakantie… In het appartement van mevrouw Loonen is het een zoete inval.

Familie Loonen

Zoon Harry:
“Wij hadden vroeger een slagerij en in die tijd was zo’n bedrijf een stuk arbeidsintensiever dan nu. Ik herinner me nog dat wij als kind op maandag op de fiets naar de klanten gingen om te vragen wat zij wilden hebben. Met die bestellingen in gedachte ging mijn vader dieren inkopen en slachten. Op vrijdag waren alle pakketjes klaar en vertrokken wij op een transportfiets om de bestellingen af te leveren. Mijn moeder zorgde voor de winkel en voor de opvoeding van de kinderen. Vrije tijd kreeg ze eigenlijk pas toen mijn ouders de slagerij verkochten.”

Mevrouw Loonen:
“Vroeger had ik het altijd heel druk, we hadden een slagerij hier in Oosterhout. Ik hield ervan om te naaien en breien, maar dat kan ik niet meer. Mijn rechteroog doet niets meer. Dat vind ik wel jammer. Waar is mijn naaimachine eigenlijk? Misschien moet ik het toch nog een keer proberen. ”

Dochter Lia:
“Ons moeder naaide en breide vroeger veel. Ze deed het verstelwerk voor alle kinderen en kleinkinderen en maakte zelf Noorse sokken. Toen ze in een aanleunwoning woonde, deed de zuster de draad nog wel eens in de naald, maar ze ziet nu echt niet veel meer.”

Mijn kleinkind komt elke week langs met zijn zoontje. Dan zeg ik altijd: “Jij bent wel een verschrikkelijk lief kind, hè Jesse.” “En u een verschrikkelijk lieve oma” zegt hij dan.”

– Mevrouw Loonen

Mevrouw Loonen:
“En toch is het mooi om zo oud te worden, maar je man moet niet overlijden. Ik had een verschrikkelijk goede man, hij was een goede vader en een goede opa. Mijn man schoof de kinderen altijd lekkers toe onder de tafel.”

Dochter Willy:
“Gelukkig zijn hier wel activiteiten waar ons moeder aan mee kan doen. Vorige week was er een high tea, soms komen er kleuters op bezoek. Moeder gaat ook altijd naar de gespreksgroep over het geloof, dat vindt ze fijn.”

Mevrouw Loonen:
“Ik heb niet zo veel contact met de andere mensen hier. Ik zie ook slecht. Ik kan alleen zeggen, dat ik hier heel erg goed zit. Ook dankzij mijn kinderen, want ik heb verschrikkelijk goede kinderen. Die komen vaak langs, maar ze hoeven niet te komen, hoor. Als ze komen ben ik dankbaar en als ze niet komen, zullen ze wel iets anders te doen hebben, dat is ook goed. Ik zit hier heel goed.”

Dit appartement van moeder is nog steeds het middelpunt van onze familie. Dit is de plek waar we elkaar treffen.

Dochter Lia:
“Dit appartement van moeder is nog steeds het middelpunt van onze familie. Dit is de plek waar we elkaar treffen. We hebben met de familie een rooster opgesteld en zo weten we altijd wie er wanneer bij onze moeder is. Dus als mijn broer me op maandagochtend iets wil vertellen, komt hij hiernaartoe. Omdat iedereen zo een steentje bijdraagt, heeft mijn moeder elke dag mensen over de vloer.”

Dochter Willy:
“Soms nemen we haar ook mee om iets te gaan drinken in het dorp. Daar geniet ze van. Moeder is sowieso een heel dankbaar en tevreden persoon. Ze zegt wel 100 keer tegen de zusters dat ze het hier zo fijn heeft. Ze klaagt nooit en wil niemand tot last zijn. Ze is bijvoorbeeld wel eens gevallen omdat ze naar het toilet moest en de verpleging niet wilde storen. Dus nu zeggen we steeds dat ze gewoon moet bellen.”

Mevrouw Loonen:
“Ja, ik moet bellen. Ik moet bellen en dan komen ze me helpen. Wat heb ik toch goede kinderen, he!”

Zorgadvies: 0800-0202015
Stuur een e-mail