‍

1. Blijf in beweging

Elke dag een stukje wandelen, fietsen of tuinieren maakt al verschil. Beweging versterkt je spieren en botten en helpt ook om je hoofd leeg te maken. Je hoeft geen sportheld te zijn. Bewegen op jouw manier is al heel waardevol.

2. Train je spierkracht

Met het ouder worden neemt je spiermassa langzaam af. Daardoor kunnen alledaagse dingen, zoals traplopen of boodschappen dragen, zwaarder worden. Krachttraining, hoe licht ook, helpt je om langer zelfstandig te blijven. Een paar simpele oefeningen per week maken al verschil.

3. Eet goed én voldoende

Gezonde voeding geeft je lichaam de energie die het nodig heeft. Eet gevarieerd met voldoende groenten, eiwitten en gezonde vetten. Vergeet ook niet om genoeg te blijven eten, ook als je minder trek hebt: je lijf heeft brandstof nodig om sterk te blijven.

4. Zoek het gesprek op

Een goed gesprek kan je dag maken. Of je nu praat met een buur, familielid of zorgverlener: contact met anderen houdt je scherp, vrolijk en betrokken. Sociale contacten bieden steun én plezier.

5. Blijf nieuwsgierig

Je bent nooit te oud om iets nieuws te leren. Probeer een hobby, leer een instrument of doe mee aan een activiteit in het buurthuis. Uitdagingen houden je geest actief en geven nieuwe energie.

6. Lach zoveel je kunt

Lachen ontspant, vermindert stress en maakt je weerbaarder. Zoek mensen op die je aan het lachen maken, kijk een grappige film of doe iets onverwachts. Plezier maakt het leven lichter en leuker.

7. Vraag hulp als dat nodig is

Vitaal blijven betekent ook: weten wanneer je ondersteuning nodig hebt. Of het nu gaat om hulp bij dagelijkse handelingen, vragen over je gezondheid of gewoon iemand om mee te praten, je staat er niet alleen voor. Samen vind je de weg vooruit.