Op eigen wijze zorgt meneer Den Hollander voor zijn geestelijk leven
Sinds 2017 woont meneer Den Hollander op locatie Oosterheem in Oosterhout. Daar krijgt hij de somatische zorg die hij nodig heeft. Naast de zorg voor het lichamelijke hecht meneer Den Hollander ook grote waarde aan het geestelijke. Het geloof speelt namelijk een belangrijke rol in zijn leven. Op zondag gaat meneer Den Hollander graag naar de kerk om gelijkgezinden te treffen. Ook geniet hij van gesprekken over het geloof en van het lezen in de Bijbel.
“Het geloof is voor mij altijd levensbepalend geweest, het heeft een grote rol gespeeld in mijn leven. Als diaken hielp ik bij het voorgaan in de kerk en ik zat ook in het kerkbestuur. Ik heb het altijd fijn gevonden om actief bezig te kunnen zijn met mijn geloof. Maar naarmate ik ouder werd, is dat wel minder geworden. Inmiddels ben ik hardhorend en is de tijd van grote activiteiten voorbij.
Ik vind het belangrijk om niet alleen mijn lichaam, maar ook mijn geest te voeden. Daarom ga ik nog altijd wekelijks naar de kerk. Ik vind het ook fijn om met anderen te praten over het geloof.
Dat wil niet zeggen dat ik geen behoefte heb aan voeding voor het geloof. Het geestelijk leven moet ook gekoesterd worden. Ik wil dat net zo overvloedig voeden als mijn lichamelijke leven. Ik woon sinds 2017 bij Mijzo en toen ik hier pas woonde hadden we regelmatig gespreksgroepen die geleid werden door de geestelijk verzorger. Dat vond ik erg fijn. Door corona zijn dit soort bijeenkomsten helaas niet meer mogelijk. Ik zou het fijn vinden als die in de toekomst weer georganiseerd worden. Gelukkig hebben mijn kinderen de ‘enhanced vision’ voor me aangeschaft. Dat is een soort grote leesloep waarmee ik kan lezen. Ik ben geen uitgesproken lezer, maar het is natuurlijk wel fijn als ik de kleine lettertjes van de Bijbel weer met gemak kan zien.
Voor corona organiseerde de geestelijk verzorger van Mijzo groepsgesprekken. Het is jammer dat die nu even niet meer gehouden kunnen worden.
Sinds kort kan ik weer naar de kerk in Geertruidenberg. Het doet me goed dat dat weer mogelijk is. Daar tref ik mensen met wie ik andere gesprekken kan voeren. De vertrouwelijke band, de openheid, de diepgang, dat vind ik prettig. In de kerk kan ik met gelijkgezinden van gedachten wisselen. Daar maak ik graag gebruik van.
Ik heb mijn geloof via mijn ouders meegekregen. Op een gegeven moment kom je op het punt waarop je zelf een keuze kunt maken: wijs ik het geloof af, of ga ik erin door. Voor mij leed dat geen twijfel, ik sta voor 100% achter het geloof, al zijn er in de loop der jaren natuurlijk wat kleine aanpassingen geweest. Mijn vrouw was ook gelovig, maar ik denk dat ik strenger was dan zij. Samen hebben we daar een weg in gevonden, we hebben een ontwikkeling doorgemaakt. Ik denk dat dat logisch is. De kerk van vroeger is niet meer zoals de kerk van vandaag. We zijn meegegaan in die ontwikkeling.
Soms heb ik gesprekken over het geloof met de verzorgsters. Dat vind ik leuk, zelfs als iemands gedachten haaks op de mijne staan. Als je elkaar respecteert, kun je mooie gesprekken hebben.
Soms komt het geloof ter sprake in de gesprekken met de verzorgsters. Dat vind ik leuk, zelfs als iemands gedachten haaks op de mijne staan. Ik respecteer ieders geloof. En als een ander daar ook zo in staat, kun je leuke gesprekken hebben. Het geloof kun je niet opdringen. Dat moet je ook niet willen, dat werkt niet. Ik heb vier kinderen en slechts een van hen is gelovig. Ik lig er niet wakker van dat de andere drie het geloof niet nodig vinden in hun leven. Ik bid wel voor ze, maar het zijn volwassen mensen. Zij maken hun eigen keuzes en die vrijheid heeft iedereen.”